Publicaties onder de naam Roel Richelieu Van Londersele

Marie Sans Toilette (1973, gedichten, Koebel)

Appel en Treurigheid (1975, gedichten, Yang)

Mijn stilstaand Woord (1977, gedichten, Soethoudt)

Mijn Geboomde Vader (1980, gedichten, Van Hyfte)

Een Nagelaten Liefde (1984, gedichten, Poëziecentrum)

Invoelen (1988, gedichten, Poëziecentrum)

Een Jaar van September (1992, gedichten, Poëziecentrum)

Verzamelde Gedichten (1995, gedichten, Poëziecentrum)

Een Mens op de Bodem (2001 en 2005, gedichten, Atlas)

Gent in Gedichten (2005, kalligrafische postergedichten, Poëziecentrum)

Tot zij de wijn is (2009, gedichten, Atlas)

Gruwelijke Vertellingen (1976, verhalen, Soethoudt)

De dubbele Mannen (1982, roman, Snoeck-Ducaju)

Publicaties onder zijn ingekorte naam LONDERSELE

Onzichtbaar (2004, thriller, Manteau)

Het laatste Lijk (2006, thriller, Manteau)

De vernietiging van Einstein (2008, literaire thriller, Manteau)

Romans

De Overtocht (1994, roman, Atlas)

De Vriend van Vesalius (1997, roman, Atlas)

De dubbele Mannen (1982, roman, Snoeck-Ducaju)

Onderscheidingen

Zijn werk werd opgenomen in talrijke bloemlezingen en hij kreeg diverse literaire prijzen
o.a. de premies van de Poëziedagen te Deurle en van de provincie Oost-Vlaanderen, de prijs van de Vlaamse Club Brussel, de Prijs voor Literatuur van de Stad Gent en de Louis Paul Boonprijs.

Zijn gedicht 'Toen ik klein was en onder tafel woonde' werd opgenomen in de Gentse Poëzieroute in een brons van Marf.

Andere gedichten staan op het marktplein van Zwijnaarde, in de Campagne te Drongen en in de poëzieroute van Oudenburg, Geraardsbergen en Oostende.

Bijzonder

Van zijn gedichten werden twee muzikale poëzieprogramma's gemaakt. Daarin treedt hij op met gitarist Juan de Granero of met zanger-pianist Luc Callaert.
Poëzie van zijn hand werd vertaald in het Frans en het Roemeens.